dinsdag 29 oktober 2013

Terugblik


Zo is er een eind gekomen aan drie weken Indonesie. Drie enerverende weken, dat kunnen we wel stellen. Hoewel we eigenlijk vooral Flores en Sumbawa zouden bezoeken, hebben we - al dan niet gepland - Java (Jakarta), Bali en Lombok ook bezocht, zodat we een aardig beeld van het land hebben gekregen. Voor Robert, Klaas en mijzelf de eerste kennismaking met onze voormalige kolonie, voor de anderen een aanvulling op hun eerdere ervaringen. Typisch voor Azie zijn de geuren, kleuren en geluiden. Etensluchten afgewisseld met rioolluchten, de bijzonder kleurrijke natuur en bevolking, het getoe ter van de scooters en de oproepen van de moskee. Je krijgt de hele dag zoveel prikkels in dit land. Het is echt een andere wereld.

Wat heeft nu het meeste indruk gemaakt? Niet zozeer de steden, want die zijn in onze ogen eigenlijk vooral een puinhoop. Het gekrioel van mensen, geiten, scooters en koetsjes is heel kenmerkend en vooral ook fotogeniek, maar verwacht geen mooie parkjes of gebouwen. Het is veel meer de natuur die indruk maakt. De enorme verscheidenheid aan bomen, planten en dieren, zowel boven als onder water. Het snorkelen boven koraalriffen was werkelijk geweldig. De varanen waren indrukwekkend groot. Maar misschien het meest bijzonder zijn toch de mensen. Ongelooflijk wat een vrolijke en vriendelijke mensen. Hele schoolpleinen die leegstromen als die rare blanken voorbij fietsen. "Hello Misteeeer!". Zwaaiende vrouwen in een rijstveld, moeders die niets liever dan op de foto gaan met hun kind. Die mensen hebben bar weinig maar van hun opgewektheid kunnen wij nog wel wat leren.

De reis hield voor mij het midden tussen een vakantie en een expeditie. Rondtrekken en dan vooral op een fiets over eilanden waar toerisme praktisch onbekend is, is geen alledaagse bezigheid. Dat had ik vooraf wel ingecalculeerd, maar de praktijk was wat mij betreft nog wat 'heftiger'. Zeker als fietser moet je zorgen fysiek in staat te blijven om de loodzware kilometers af te leggen. De steile wegen op Flores, de enorme hitte op Sumbawa, dat heeft een forse impact op je lichaam. Je drinkt ongelooflijk veel, maar moet ook zorgen voldoende voedsel binnen te krijgen om de 'motor' draaiende te houden. Dat is in de praktijk best een uitdaging gebleken. Een karig ontbijt en beperkte mogelijkheden onderweg als het om voedsel gaat. Afstanden van 60-80 kilometer waren onder deze omstandigheden echt wel genoeg omdat je midden op de dag echt 'gaar' werd in de hersenpan. Van Riung tot en met Labuan Bajo telde onze 'wielerploeg' acht leden. Sjaak en Carla Burghouts zorgden voor tijdelijke versterking. Zij hadden Lombok en Sumbawa toen al gehad.

We waren er op voorbereid dat op deze eilanden wel eens geïmproviseerd zou moeten worden, omdat nu eenmaal alles niet zo georganiseerd verloopt als wij thuis gewend zijn. Dat we zoveel gedoe zouden hebben om überhaupt met onze fietsen van Bali naar Flores te reizen, dat valt daar wat ons betreft niet onder. Hier is Indonesia Travel flink nalatig geweest in de communicatie en organisatie en dat heeft ons twee dagen met veel stress op het vliegveld van Denpasar opgeleverd. De ene dag vertraging door de APEC conferentie was ingecalculeerd, maar de dag erna hadden we veel eerder op het vliegveld moeten zijn omdat ze vluchten gewoon zwaar overboeken. Daarnaast konden 6 fietsdozen met geen mogelijkheid mee met de kleine vliegtuigjes naar Flores. Dat had Indonesia Travel moeten weten en regelen en niet ons met een onmogelijke opdracht moeten opzadelen. Hier is wat mij betreft het laatste woord nog niet over gezegd.

Zeker bij zulke situaties kon je er goed achter dat communiceren met Indonesiërs geen eenvoudige zaak is. Los van het wat moeizame Engels is het om wat voor reden dan ook moeilijk om een antwoord op een duidelijke vraag te krijgen. Draaien, afschuiven en soms liegen kunnen veel irritatie opwekken. Dat laatste gold zeker niet voor onze gids Yudi, maar ook met hem wisten we niet altijd waar we aan toe waren. Zeker op Flores bleek dat hij weinig of geen benul heeft van afstanden en hoogten, iets wat voor een fietser nogal essentieel is. De fietsinformatie vooraf van Indonesia Travel blonk ook uit door vaagheden die we met doorvragen ook nauwelijks opgehelderd kregen. De heuvels en bergen zouden vergelijkbaar zijn met Limburg of Ardennen ... nou daar ken ik weinig klimmetjes naar 1300 meter hoogte of met gemiddelde stijging van 15-20%. Met name onze eerste fietsrit van Riung naar Bajawa was door de steile en bijzonder slechte wegen een onmogelijke opgave. Ik kan me niet voorstellen dat hier eerder door 'normale' fietsers is gereden. De wegen op Sumbawa waren prima, de heuvels ook beter te doen. Dat zou je qua lastigheid Limburg/Ardennen kunnen noemen, maar dan wel in een snelkookpan.

De hotels waren soms ook wel een beproeving. We wisten dat luxe verblijven niet echt voorhanden waren op deze eilanden, maar het was soms wel erg beroerd. En dan vooral de badkamers, die zijn eigenlijk nergens echt fris en soms ronduit vies. Positieve uitzonderingen waren het verblijf bij de nonnen in Ruteng en het duidelijk meer toeristische Labuan Bajo, waar overigens dan wel de ratten door het restaurant liepen. Wat milieu en hygiene betreft bevindt dit land zich naar onze maatstaven  nog ver in de vorige eeuw. Overal vuilnis op straat, stinkende riolen waar kippen en ratten hun maaltje bijeen scharrelen. Kleding en jezelf wassen in de rivier, het is echt een Derde Wereld gebied in dat opzicht. De focus van de mensen is ook de heel erg op de korte termijn gericht. Daar tegenover staat dan wel weer dat ze op sommige punten weer heel modern willen zijn. Naast de bouwval van een hutje staat een grote schotelantenne, achter op de scooter naar school zitten moslimmeisjes te whatsapp-en op hun mobieltje. Een prioriteitsstelling die voor ons niet te begrijpen is. Sjalottenkweker Frans Serhalawan heeft ons wel een tipje van de sluier doen oplichten hoe deze mensen denken en leven.

Rondtrekkend door dit land vraag je je ongewild af hoe het verder gaat met dit land en deze vriendelijke mensen. Wat leren die kinderen in die paar uur dat ze per dag in een schoolgebouw verblijven? Hoe ziet hun toekomst er uit? Zestig procent van de bevolking is jonger dan 16 jaar. In tegenstelling tot Jakarta en Bali is er op Sumbawa en Flores ruimte genoeg. Infrastructuur is daarentegen beroerd. Snelwegen en spoorwegen bestaan gewoon niet. De scooter is hun vervoersmiddel. Daar zijn ze heel creatief mee in het gebruik. Het hele gezin maar ook alle handelswaar passen er op. Zijn deze mensen in staat om voor zichzelf een beter toekomst te creëren? Zijn ze er wel mee bezig of vinden ze het prima om voor hun huisje te hangen en naar voorbijgangers te zwaaien? Wat maken de politici waar die overal op grote borden zichzelf aanprijzen voor de verkiezingen die pas over een half jaar zijn? Pikken deze mensen het dat ze voor een hongerloontje rijst staan te planten terwijl er een mega-rijke bovenlaag is?

Kortom, we hebben een fascinerende reis gemaakt door een andere wereld. En nu terug naar het land waar men zich druk maakt om Zwarte Piet.


maandag 28 oktober 2013

Dag 21: Enerverend slot aan enerverende reis

De zon stond alweer ongenadig aan de hemel toen we onze koffers en fietsdozen naar het busje sjouwden. Het ontbijt had maar weer eens bestaan uit de bekende pannenkoek met iets, wel smakelijk, maar een beetje weinig om op te fietsen. Yudi en Harry stouwden het busje vol en brachten ons naar Praya airport, het nieuwe vliegveld van Lombok waar we gisteren langs gefietst waren. Omdat de fietsdozen nog wel wat provisorisch in elkaar staken, wilden we nog wat extra tape kopen. Daarin slaagden we nog ook bij een Alfamart winkeltje waar plakband in het Indonesisch gewoon ... plakband bleek te heten. Een goede zet van ons want de duct tape wilde slecht hechten op de stoffige dozen, maar helemaal toen we bij de bagagescanner kwamen en ze toch weer begonnen te mekkeren dat mij doos te groot was. Dat hetzelfde formaat doos de heenvlucht met Garuda gemaakt had, was wel een punt, maar blijkbaar niet helemaal overtuigend. Ene mannetje ging andere mannetje halen, bellen enzo. Ik kreeg alweer Lion Air visioenen en we besloten toen maar de doos te gaan verbouwen. Door voorwiel en zadel eruit te halen kon de doos wat compacter worden. De aangeschafte tape kwam dus zeer goed van pas en we waren maar wat blij dat we wat eerder naar het vliegveld waren gegaan. In een tempo nul werkte het meisje van Garuda onze incheck af (zes personen met zes tassen en vijf dozen in ik schat een half uur!), maar toen was er eindelijk nog wat tijd voor een hapje eten.

In minder dan twee uur stonden we weer op Jakarta Airport waar we zelf opnieuw in moesten checken. De bagage zou (gelukkig) wel doorgelabeld worden tot Amsterdam. De vlucht was door een aangepast sdhema helaas ruim 2 uur verlaat waardoor we een overstap hadden van ruim 6 uur. Tijd zat dus om te shoppen en te eten. Hier meer souvenirs dan op heel Flores, Sumbawa en Lombok samen en ook weer eens een Starbucks koffie in plaats van dat oplosspul. De lange vlucht zou weer met een tussenstop in Abu Dhabi plaatsvinden. Een aantal gesluierde dames had dat als eindbestemming, vluchtje woon-werk schat ik in. Het toestel zat maar half vol zodat ik nog een hoekje kon vinden om me een beetje neer te leggen want door met de tijd mee te vliegen hadden we een hele lange nacht. Zoals verwacht verlieten de 'hoofddoekjes' het toestel in Abu Dhabi. Wij ook maar dan maar voor een uurtje om even de benen te strekken en een koffie. Alles shops waren open hoewel het dus half 4 's nachts is.

De bagagescan in Abu Dhabi is van uitmuntende kwaliteit, want Koos weet nu weer waar zijn zakmes is ... of liever was. We zijn op deze reis al tig maal gescand maar nu werd dit mogelijke moordwapen ontdekt in een vakje in zijn rugzak. Met een toestel dat misschien nog maar voor 1/3 gevuld was, hadden we nu helemaal volop zit- en slaapruimte. Met de berichten over stormwaarschuwingen in Nederland voorzagen we al wat problemen, maar we kunnen stellen dat het een enerverend slot is geworden van een enerverende reis. Vliegend over Flevoland boog het vliegtuig rechts in plaats van links af. Met een boog over de Hoogovens begonnen we aan een extra Ronde van Noord-Holland. Geen idee over de reden, maar via een noordelijke koers begonnen we opnieuw te dalen richting Schiphol. Heb toch al heel wat meegemaakt aan turbulente landingen, maar deze sloeg werkelijk alles. Het toestel werd alle kanten op geslingerd tot vlak boven de grond. Een aantal passagiers hield het eten niet meer binnen en ook bij mij stond het zweet wel in de handen, maar iets na 10 uur landden we toch tegen windkracht 10 op. Voor een keer was het applaus op zijn plaats.

Maar daarmee waren we er bepaald nog niet. Omdat de gate niet vrij was stonden we bijna 45 min stil ... nou ja stil ... 45 minuten te schudden in de wind. Zelfs aan de gate bleven we de schudden, maar we waren er in ieder geval. En ook de bagage en vooral de fietsdozen hadden de reis ook met ons meegemaakt, oef! Na een laatste koffierondje bij Starbucks tijd om afscheid te nemen van onze gezellige reisgenoten. En toen bleek er inmiddels helemaal geen trein meer te rijden van of naar Schiphol. Erg vervelend na zo'n lange vlucht, maar nog vervelender als je nog moet vertrekken. Robert heeft zijn vader gebeld en die is ons komen halen. Dat was maar goed ook, want de treinen zouden voorlopig ook niet gaan rijden. Een paar uur later dan verwacht waren we dan toch eindelijk thuis.

zaterdag 26 oktober 2013

Dag 20: Finale op Lombok

De 'jungle' had zich vannacht rustig gehouden, maar om 4.15 begonnen de moskeeen hun uitzendingen alweer. Naar het schijnt met een mededeling over een overleden broeder, maar het fijne kreeg ik er niet van mee. Om 7 uur stonden we klaar voor een korte wandeling door het bos en over de sawa naast het hotel. Onze gids Yudi wees ons op de nootmuskaat, koffie, bananen, kruidnagel en andere bomen en struiken. In het irrigatiekanaal spotte Klaas een slang, type onbekend. Over de dammetjes doorkruisten we de sawa's die in verschillende stadia van begroeiing waren. Leuk om van zo dichtbij te zien en mooie groene plaatjes met de bergen rond de Rinjani vulkaan op de achtergrond.

Terug van de wandeling stonden drie pannenkoeken met banaan op ons te wachten, een aardige basis voor de laatste fietsetappe. Die begon dwars door de zaterdagmarkt in Tetebatu, dus gelijk gezelligheid (lees: chaos) op de weg. We daalden geleidelijk af tussen de groene velden waarin men druk aan het werk was. Waar geoogst was werd alles flink onder water gezet en omgeploegd. Het werd nog drukker toen we op de oost-west hoofdroute van Lombok kwamen. Te druk om gezellig te fietsen, maar het kon even niet anders. Opvallend hier de vele bemo's, kleine busjes met de instap achterin waar mensen overal in- en uitstappen. Ik zie ze niet betalen dus ik neem aan dat ze een buurtbus abonnement hebben.

Eenmaal afgeslagen werd het iets rustiger zodat we elkaar weer konden verstaan. De koffiestop was een drijvend karaoke cafe, waar de bediening niet al te rap was (terwijl we toch de enige klanten waren). De temperatuur liep ook weer fors op, een beetje zeewind en wolken waren weer erg welkom. De korte rondleiding door een traditioneel dorpje op het heetst van de dag trok me eigenlijk niet zo, maar het was toch best aardig om te zien. De gids sprak vrij goed Nederlands en liet zien hoe ze van koeienmest, bamboe en riet een bijzonder koel huis bouwden. Uiteraard kwamen we ook weer in de al even traditionele winkel terecht, maar Koos en Adelheid hadden deze afslag gemist, dus ze konden geen kleedjes aan ons slijten. Helemaal traditioneel waren de bewoners ook niet maar, want een van de jongetjes had een Bayern shirt met Robben erop aan. Even verderop het volgende traditionele dorpje ... deze keer met traditionele optocht. Veel kleur en lawaai.

We kregen nog een kort maar erg steil klimmetje voordat we (ook al steil) afdaalden naar Kuta Beach, ons laatste hotel. De slotetappe telde iets meer dan 60 kilometer en we zijn allemaal heelhuids gefinisht met maar weinig fietsproblemen (los van de transportproblemen). Eindelijk weer eens een mooi en fris hotel. Schone badkamer, klein maar mooi zwembadje, echt even om bij te komen van onze 'ontberingen' de afgelopen weken. Maar ook tijd om de fietsen weer in te pakken. De nieuwe dozen van Yudi waren niet helemaal de juiste maar, maar bij de verbouwing in het hotel werden net een paar grote dozen geleegd die we mochten gebruiken zodat alles weer in een laag karton zit. Nu maar hopen dat ze ook zonder problemen door Garuda ingecheckt gaan worden, maar dat is voor morgen.

Dag 19: Overvaren naar Lombok

Een dag eerder dan de oorspronkelijke planning zijn we overgevaren naar Lombok nadat we eerst de laatste fietsrit op Sumbawa hadden afgelegd. Het was zo'n 80 kilometer tot de haven nabij Poto Tano waarvan we 71 kilometer gefietst hebben. We vreesden de hitte opnieuw, maar het viel niet helemaal tegen. Bomen en wolken zorgden van tijd tot tijd voor schaduw en voor een keer hadden we geen hekel aan de tegenwind uit zee. De klimmetjes bleven beperkt tot kleine capo's zodat we aardig wat kilometer konden maken in de relatief koele uren. Net voorbij de sjalotten kwekerij van Frans hadden we een eerste koffiestop. De oploskoffie die ze onderweg schenken is eigenlijk heel best te drinken vind ik zelf. Ik ga dan voor de White Koffie (met melk en suiker dus).

In de plaats Alas was het een drukte van jewelste, zodanig dat we minutenlang vast zaten omdat een vrachtauto klem zat tussen het overige verkeer. Voor en achter ons tientallen scooters want ook alle scholen liepen net leeg (of vol, dat weet je maar nooit). Een vrolijke kleurrijke chaos waar we uiteraard weer wat foto's van gemaakt hebben. Ik weet niet hoe het op de andere Indonesische eilanden is, maar de moslims van Sumbawa komen wat mij betreft in aanmerking voor de vrolijkste en vriendelijkste moslims ter wereld. Pubermeisjes die helemaal in een giebelstuip liggen als je hun groet enthousiast beantwoordt. Een meisje van een jaar of vier dat een kushand 'toewerpt', je kunt toch alleen maar blij worden van deze mensen.

Na 70 kilometer stond de zon weer pal boven ons en liep de weg vals op zodat we 'gaar' waren en de fietsen opgeladen werden. De overtocht naar Lombok duurde ongeveer anderhalf uur, maar heel relaxed was het niet. De stoelen op het passagiersdek waren voor formaat minimens gemaakt, dus dat zat voor geen meter voor ons. Eersteklas was met airco iets koeler, maar daar waren alleen maar ligplaatsen dus daarvoor hebben we bedankt. Luid gillend probeerde mannen en vrouwen drank en etenswaar te verkopen aan het publiek. Terwijl op DVD een soort van Paul de Leeuw show werd uitgezonden waar hartelijk om werd geschaterd, zorgde de wilde zee voor heel wat deining. De Rinjani vulkaan lag flink in hevelen gehuld. Deze vulkaan bedekt (vergelijkbaar met die op Bali) het noorden van het eiland dat een stuk kleiner is dan Flores of Sumbawa.

Eenmaal op het vaste land namen we (tijdelijk) afscheid van Koos die de resterende 50 kilometer weer op de fiets ging doen. Hij passeerde ons weer toen we een verlate lunch deden bij een eettentje waar ook een of andere cursus werd gegeven. Na de alom bekende kip en rijst tuften we verder Lombok op. Zo op het oog geen grote verschillen met Sumbawa, maar wel een stuk groener. Zeker toen we rechtsaf sloegen richting Tete Batu en vulknaa zagen we links en rechts prachtige groene sawa's en akkers, gevoed door het water uit het Rinjani meer. Tete Batu is vergelijkbaar met Ubud op Bali aldus onze vrolijke chauffeur Harry die zelf van Lombok komt. Zijn paar woorden Nederlands heeft hij van zijn tante die elk jaar op bezoek komt.

De weg wordt flink smaller en stijgt naar ruim 600 meter. Het is niet geloven, maar de eerste toerist die we in Tete Batu spotten is ... eentje van Sawadee, de groep waarvan we vanmorgen na het ontbijt afscheid dachten te hebben genomen. We zitten voor de verandering niet in hetzelfde hotel, maar in het Wisma Soedjono zit wel weer een Nederlandse groep van Shoestring. Die gaan nog naar Sumbawa en Flores. Het eenvoudige hotel ligt midden in de jungle en dat wordt ons helemaal duidelijk als we ons huisje betreden. Er zat volop leven in de badkamer. Omdat het water wel erg lastig zou wegspoelen heeft een jongen van het hotel de twee padden uit het doucheputje verwijderd. De kikkers in de kamer heeft Robert zelf de deur gewezen maar een half uur later sprongen ze er weer vrolijk rond. Tijdens het avondeten werden we ook bestookt met luchtaanvullen van allerlei vliegend spul van flink kaliber. Boven de bar zat een hagedis van een centimeter of 25. Welcome in the jungle of Lombok.

We zijn er niet helemaal uit of de handdoeken en bedden ruiken naar mottenballen of lysol, maar wel dat het niet heel erg fris riekt. Net als op Bali heeft men hier weer moeite met de F ... 'Mooie piets' kreeg ik te horen bij het uitladen bij het hotel. Op het menu stond ook nog eens een Beep Burger. Hoewel Lombok strenger islamitisch heet te zijn is Bintang in het hotel gewoon verkrijgbaar. Naast een concert van krekels krijg je er ook gebeden uit meerdere moskeeen bij. Volgens Harry zijn er zoveel moskeeen omdat iedereen er maar eentje kan beginnen, er zit geen structuur en organisatie achter. Ze roepen dus maar tegen elkaar op. Eentje dacht origineel te zijn door een meisje het gebed te laten gillen.

Morgen onze echte laatste fietsetappe, die voert omlaag langs de sawa's naar Kuta, niet te verwarren met Kuta op Bali overigens. We kijken al uit naar het beloofde hotel dat zelfs naar Nederlandse maatstaven fraai zou moeten zijn. Misschien wel met een wasbak waar je gewoon iets rechtop neer kunt zetten en een afvoer die niet over je voeten loopt en met een warme douche zonder pad in het putje.

Dag 18: Rustdag met educatief tintje

Is het een keer geen moskee, is het wel een gekko die tegen het plafond van ons hutje zijn bekende geluid liet horen. Geen haast vandaag, want geen fietsdag. Koos heeft uiteraard wel een stukje gereden, maar onze fietsen bleven vandaag bij het huisje staan. De ochtend begon met een duik in zee of zwembad. Om na het ontbijt (buffetje met geroosterd brood, gebakken ei en pannenkoekjes) alweer te water te gaan. Heb zelf een uur gesnorkeld voor ons eigen strandje. Het koraal was overal dood, maar er zwommen wel mooie visjes. Helaas ook een paar (kleine) kwalletjes en eentje had mijn bovenarm te pakken. Prikte een tijdje maar is alweer over. Het mooiste schouwspel was rond de enige boot die er ligt. Daar zwommen scholen van duizende kleine witte visjes. Op elke beweging van ons veranderden ze hun koers. Soms zwommen ze kris-kras en dat gaf helemaal fraaie effecten.

Doodzonde dat ze zo'n resort zo hebben laten versloffen, want in nieuwe staat moet dit echt een paradijsje geweest zijn. Gids Yudi kwam nog even langs voor de 'doezen'. Hij heeft wat moeite met het woord dozen, dat was ons wel duidelijk geworden. Door Wings Air en regen zijn niet alle fietsdozen nog in bruikbare staat voor de terugreis, zodat hij op doezenjacht moet.

In de middag hadden we een excursie die niet in het programma van Yudi stond. Via de nicht van Klaas was er contact geweest met Frans Serhalawan, een Nederlander met Indonesische roots. Opgegroeid in Amersfoort, later verhuisd naar Bali waar hij met zijn broer paprika's is gaan kweken en sinds vier jaar op Sumbawa neergestreken waar hij zich vooral richt op het verbouwen van Sjalotjes. Wij kregen een rondleiding over zijn tuinderijen (25 kilometer verderop). Niet te harden zo heet (ik snap niet dat we daarin gefietst hebben), maar heel erg interessant. Op deze manier kregen we veel te horen over Indonesie, Sumbawa en zijn bedrijf.

De keuze voor Sumbawa was ingegeven doordat het de droogste plek van Indonesie is. De nabijheid van een rivier en een goede pomp om het water naar hoger gelegen land te pompen maken deze plek erg geschikt voor de sjalot. De rode sjalot is een bijzonder gewild produkt op Sumbawa. Een kilo ervan doet zo'n 90000 rupiah, dat is een enorm bedrag, dus het is bijna letterlijk gouden handel. Vandaar ook dat de terreinen 's nachts bewaakt worden. Er wordt meerdere malen per jaar geoogst. Bijzonder is dat zaad uit Nederland komt. Door het gebrek aan daglicht (zo dicht op de evenaar) gaan de planten niet voldoende bloeien om zaad te leveren.

Het bijzondere van de kwekerij is dat vrijwel alles met de hand gedaan wordt. Ontginnen, zaaien, sproeien, oogsten, alles is handwerk. Er werken bijna 100 mensen bij Frans en zijn opzichter Jurgen. Merendeel daarvan is vrouwen en daarmee werd onze observatie dat de mannen vaak weinig meer doen dan langs de weg hangen (en op de kinderen passen) bevestigd. Er wordt gewerkt met prikklokken want discipline is ook niet een van de beste eigenschappen van de Sumbawaan. Net als ui zich per oogst vermeerdert is ook de opleiding van het personeel verlopen. De voornamelijk analfabetische werknemers kregen na verloop van tijd een buddy om het vak te leren. Ze verdienen zo'n 100 euro per maand en zijn daarmee ook verzekerd. Er wordt voor kinderopvang gezorgd en de oudere kinderen moeten verplicht naar school. Er zit dus duidelijk een ideologisch aspect aan deze hele onderneming die ook flink ondersteund wordt door Nederlandse ontwikkelingshulp. Op aangrenzend land hebben een aantal boeren zelf een sjalotten bedrijf met middelen van Frans en een opbrengstgarantie.

Om de grond niet teveel te belasten wordt er ook mais en bonen geteeld. Volgende stap zal zijn dat kleine Spaanse pepertjes aan het assortiment toegevoegd worden. Frans liet nog de cashew noten bomen zien op het terrein. Er komt heel wat kijken voordat je een zakje noten daarvan hebt. De noot is een bijprodukt van een veel grotere vrucht die er uitziet als een smalle paprika.

Dat het niet allemaal zo voorspoedig verloopt op het verder zo vredige Sumbawa bleek wel uit de verhalen van Frans. Anderhalf jaar geleden is een aantal hectare land weggespoeld bij een enorme vloedgolf na extreme regenval. De stuwdam hield het niet meer en een golf van 7 meter heeft huizen, mensen, oogst en vruchtbaar land weggespoeld. Niet veel later kwam er onrust uit een andere hoek. Getriggerd door de dood van een moslima, waar een politie agent verantwoordelijk voor werd gehouden, barstte er een volkswoede los tegen de politie maar ook de Balinese bevolking in deze buurt. De van het overvolle Bali ge-emigreerde Balinezen gedroegen zich in de ogen van de moslims te vrijpostig en dat werd ineens niet meer gepikt. Dat richtte zich vooral op het 'hoerenstraatje', een wijkje iets verderop waar Balinese dames hun diensten aanboden. Dat werd met de grond gelijk gemaakt, waarna de opstand ook meteen afgelopen was.

Kencana Beach Cottages, eigendom van een Balinese familie, is door snel ingrijpen van het leger gespaard gebleven. Frans Serhalawan had zijn stafmedewerkers voor de zekerheid op de kazerne ondergebracht, maar zijn bedrijf werd gelukkig ook genegeerd door de woedende meute. Hoewel ze dus in de regel vreedzaam samen leven zijn er onderhuids toch spanningen tussen de verschillende ethnische groepen. Zeker als ze, zoals de Balinezen, wat meer succesvol zijn en zich daarnaar gaan gedragen. Hetzelfde is in het recente verleden met de Chinezen gebeurd, de joden van Azie. Hard werkend en sparend (anders dan de Indonesiers zelf) hebben ze vermogen en daarmee macht verkregen. Het is maar net hoe je daar mee omgaat of dat door de autochtonen gepruimd wordt.

's Avonds heeft Frans ons nog een korte toer door Sumbawa Besar gegeven. Dat is duidelijk iets meer stad in ontwikkeling dan Bima en Dompu. Winkels die iets meer op deze eeuw lijken, vliegveld, paleis van de sultan. Voor de verandering zaten er eens blanken achter op een pickup, een leuke sensatie in een drukke stad. Bij een eettentje dat er weinig uitnodigend uitzag (plastic op de tafels, kille verlichting) hebben we heerlijk gegeten. Daarmee toch een nuttige en gezellige rustdag afgesloten. Met dank aan Frans!

Morgen gaan we verder langs de kust fietsen richting Poto Tano, waar we de veerboot naar Lombok zullen nemen. Afstand is 85 kilometer, we zullen zien hoeveel we daarvan in de dodelijke hitte af zullen leggen. Na de ferry is het nog een stuk met de bus naar Tetabatu, een dorpje net onder de grote vulkaan van Lombok.

donderdag 24 oktober 2013

Dag 17: Dompu - Sumbawa Besar


Vandaag wen lange loeihete rit grotendeels langs de noordkust van Sumbawa. Na standaard ontbijt geroosterd brood met jam en een ei vertrokken we om 7.30 uur uit Dompu. Koos was een half uur eerder gaan fietsen met als doelstelling om de hele afstand te proberen. Dat was voor gewone stervelingen een onmogelijke opdracht bij deze omstandigheden dus wij voorzagen een deel van de route met ons busje af te leggen. Even was ik bang dat ik het busje eerder in zou moeten, maar na een paar WC bezoekjes verder geen problemen meer gehad. Valt toch niet tegen met die extreme warmte, al het drinken en het vreemde voedsel, dat de maag dat allemaal aankan.

Al snel hadden we een paar klimmetjes te pakken. Die liepen vrij geleidelijk over de hoofdweg van Sumbawa. De weg was erg breed en voorzien van een prima laag asfalt. Buiten de stadjes was het verkeer ook vrij rustig, voornamelijk hoogbeladen vrachtwagens en lange afstands bussen. Die zijn er in verschillende klassen. Van heel luxe tot exemplaren waar bagage en passagiers liever op het dak zitten. Een paar keer waanden we ons weer op Bali, want huisjes met eigen tempeltjes en bamboekunst. De banenen die we boven op de hoogste klim kregen smaakten heel eigenaardig. De apen hadden er duidelijk minder moeite mee. Overal werden we weer hartelijk begroet. Dat moeders met kleine kinderen voor hun huisje hangen begrijp ik nog wel, maar jongens en mannen die niets anders doen dan een beetje lummelen onder een afdak ... ga eens aan het werk!

Eenmaal bij de kust bleven we die volgen, maar langs de kust moesten we zeker niet interpreteren als een vlakke weg langs het water. Het was meer een soort Milaan-San Remo parcours met capo's, korte hellinkjes die telkens weer naar zee afdaalden. Naarmate de temperatuur steeg werden ze vanzelf zwaarder. De thermometer zou vandaag 36 graden aangeven, maar de gevoelswaarde lag op ... schrik niet ... 50 graden! Dat is zelfs voor Sumbawaanse begrippen aan de warme kant. Het moge duidelijk zijn dat onze fietskilometers vandaag weer pittig waren. Na tussenstops voor water, koffie en frisdrank (Pulpy Orange van Minute Maid is momenteel erg populair bij ons) hadden we na 71 kilometer lunch bij een klein vissersdorpje. Daar werden in grote bassins garnalen gekweekt (of heet dat gefokt?).

Een aardig groentensoepje, een krokant gebakken visje en (uiteraard) rijst was best een aardige lunch (8 euro voor 5 personen ...), maar voor fietsers is het op dit eiland toch lastig om de tank constant goed gevuld te houden. En met een bijna lege tank deze heuvels op fietsen is echt vragen om problemen. Na de lunch werden de fietsen en wij ingeladen en zetten we de achtervolging in op Koos die per sms had laten weten al een flink eind verder te zijn. Onze chauffeur knalde toch een paar duizend euro aan overtredingen bij elkaar in zijn haast om de eenzame vluchter in zijn kladden te grijpen. Dat gebeurde ergens rond kilometer 158. Het parcours was kort na onze lunchstop vlakker en eentoniger geworden, wij hadden dus het goede stuk van de etappe gereden. Koos vond het ook wel even welletjes ("Het is tenslotte toch vakantie").

De lucht betrok flink, maar onweer zou ons wederom bespaard blijven. Wel was het een heel stuk koeler (misschien rond 30 graden) toen we vlak voor Sumbawa Besar weer uitgeladen werden voor de laatste 15 kilometer. Met een energie boost uit een tentje langs de weg knalden Robert en ik achter de rest aan richting Kencana Beach Cottages, ons onderkomen voor de komende twee nachten. Wij begrepen dat het 20 jaar geleden prachtig was, maar onderhoud zit niet in het Indonesische denken, zodat het nu wat vergane glorie geldt. Zonde voor een locatie met huisjes aan het strand en een zwembad erbij, maar vergeleken met Bima en Dompu was dit alweer een hele stap vooruit. veel luxer zul je het op Sumbawa nu eenmaal niet treffen. Internet was nog niet doorgedrongen tot dit oord, dus even geen updates en nieuws. Dan maar het zwembad in. Dat zorgde maar net voor afkoeling, zo warm is het water.

Tot blijdschap van de meesten kon de rit eindelijk weer afgesloten worden met een koude Bintang. Het was onderweg al duidelijk dat de moslim invloed richting het westen van Sumbawa afnam, maar dat betekent dus blijkbaar ook dat bier weer gewoon verkrijgbaar is. Al met al hebben wij 86 kilometer gefietst en Koos ongeveer 170 kilometer. Toeval of niet, maar de groep van Sawade zit ook weer in dit hotel. Nadat we samen op de vlucht vanuit Nederland zaten, hebben we ze al heel wat keren in hetzelfde hotel aangetroffen op Flores en nu ook op Sumbawa.

dinsdag 22 oktober 2013

Dag 16: Bima - Dompu

Vandaag een fraaie rit die qua afstand en parcours weer helemaal te fietsen was, maar de temperatuur maakte het wel 'killing'. De eerste 30 kilometer vanuit Bima waren en ongekende verademing, rechtuit en vlak, dat hadden we nog niet meegemaakt. Zelfs tweemaal twee rijbanen de eerste 10 kilometer langs de zee-inham. Ideale plekjes voor hotels, restaurants met terrassen, maar dat is hier volledig onbekend. De uitloper van het brede dal werd intensief gebruikt voor zoutwinning. Met windmolentjes wordt het zeewater het dal in gepompt en verdeeld over kleinere bassins. Daar verdampt het natuurlijk snel en wordt het overgebleven zout bijeen geharkt en in zakken gestopt.

Na 30 kilometer tijd voor een korte koffiestop bij een van de vele tentjes langs de weg. Naast de bekende oploskoffie - die overigens best te drinken is - hadden ze gelukkig broodjes met chocola, kokos en nog wat spul zodat we ons magere ontbijt weer wat konden aanvullen. Ons 'brandstofverbruik' is fors bij deze temperaturen. Meteen tijd om wat foto's te schieten van het voorbij rijdende publiek. Het is zo kleurrijk en vrolijk, je zou zomaar een dag op een stoel langs de weg kunnen gaan zitten om alles op de foto te zetten. Vrachtwagens met lading die tweemaal zo hoog is als de wagen zelf (en meerijders erop), overstekende geiten die zich helemaal niets aantrekken van het getoeter, versierde koetsjes, giebelende moslimmeisjes zijn met drieen op een scooter.

Sumbawa is overduidelijk een moslim eiland, maar het is ook duidelijk dat de impact van het geloof op het dagelijks leven een stuk minder heftig is dan in de Arabische landen. Vrouwen zijn wel gesluierd, maar voor het verdere gelijkwaardiger dan elders. Ook op de verkiezingsborden staan regelmatig vrouwen (met gebleekt gezicht uiteraard). Als de weg oploopt zien we prachtige rijstvelden waar in gewerkt wordt. Dat wil zeggen, als wij passeren gaan de vrouwen zwaaien en roepen, ook hier zijn wij een attractie. Als we er foto's van maken bedanken ze ons. Wat een vrolijke armoedzaaiers zijn het hier toch!

De weg gaat geleidelijk omhoog, maar de temperatuur die de 35 graden zeker passeert en de wegvallende wind zorgen voor slappe benen. Een koude limonade bij een hutje zorgt voor tijdelijke verkoeling en een beetje energie. Kippen en eenden scharrelen in de smerige goot op zoek naar wat eetbaars ... net als de aapjes die we in de klim langs de weg zagen.

De weg daalt gelukkig ook weer af en toe waardoor de resterende 10 kilometer naar Dompu weer wat draaglijker worden. We verzamelen bij een rotonde met een surfer(!) op een standbeeld waarna we een eettentje opzoeken om ook de mineralen weer wat aan te vullen. Het krieoelt er van de jongeren die uit school komen. Wanneer ze *op school* zitten is me niet duidelijk, voor ons beeld lopen en scooteren ze de hele dag langs de weg van en naar school. Wat ze er leren weet ik ook niet, maar in ieder geval wel dat je vreemden aanspreekt met "Hello mister!" want dat is universeel voor heel Indonesië.

Stond er bij Bima in de ANWB gids dat er weinig was om de toerist langer vast te houden, Dompu werd daarin helemaal niet genoemd. Een halteplaats, meer niet dus. Hotel Rinjani ligt pal tegenover een hele grote moskee, dus we hoeven morgen alvast geen wekker te zetten. De kamers ogen redelijk ok, maar het sluitstuk op de begroting is weer de badkamer die niet bepaald heel fris te noemen is. Volgens de profeten is het het laatste mindere hotel, we verheugen ons dus al op een echte badkamer. En voor een aantal onder ons op een Bintang, want probeer maar eens aan bier te komen op een islamitisch eiland. Dan moet je niet gebaande wegen betreden.

Elke rondgang door een dorp is hier een niet gebaande weg, want als we over de markt wandelen zijn we alweer een 'hit'. Als ik niet ver genoeg buk onder de aan elkaar geknoopte zeilen dan gieren de marktvrouwen het uit. Ze willen maar wat graag op de foto met hun handelswaar of kinderen. Dompu is qua toeristen bepaald niet veel gewend, dat is ons wel duidelijk. Onderweg spotten we iets dat echt op een restaurant lijkt en daar melden we ons 's avonds dan ook voor het diner. Alweer een bijzondere belevenis. We zijn de enige klanten die avond, ze hebben een uitgebreide kaart en de bedienster de piepjonge Dhilla is op een erg charmante manier onhandig. Bij alles wat we bestellen vraag ze 'one or two?'. De maaltijden zijn er prima, de vruchtenshakes ook, de koffie is een tikkie teveel gezoet. Ondertussen wil Dhilla met haar mobieltje maar wat graag met die rare blanken op de foto. Voor Facebook uiteraard. De rekening van deze schranspartij bedraagt toch maar liefst omgerekend 15 euro ... met zijn zessen.

Onderweg terug naar hotel nog een paar zoete broodjes voor morgen gekocht ... 1000 rupiah per stuk ... da's dus een cent of 7. Ja, zo wordt het toch nooit wat met dit land? Morgen wat vroeger op want er staat een lange rit naar Sumbawa Besar op het programma. Dat is een afstand van bijna 200 kilometer. Yudi dacht even dat we dat helemaal gingen fietsen maar bij deze dodelijke omstandigheden lijkt me dat niet waarschijnlijk. Koos gaat dat uiteraard wel proberen, maar die zit er ook op, op lang fietsen. Wij mikken op een kilometer of 80 en de rest met ons busje.